Het ‘Oeh Ah Tesselaar’ klinkt in Wognum
Het ‘Oeh Ah Tesselaar’ klinkt in Wognum.
Spartanen verwelkomt verloren zoon Jeroen Tesselaar
‘Mogen we met jullie meedoen?’, vragen twee jeugdige voetballertjes. ‘Natuurlijk! Toch Moos?’. ‘Ja’, zegt Moos tevreden. Met het hoofdveld in het zicht, dartelt Moos Tesselaar deze stormachtige ochtend over het handbalveld achter zijn vader aan. Het duurt nog even voordat men Moos in het eerste elftal kan bewonderen, maar zijn achternaam kan aankomend seizoen alvast worden gescandeerd.
Na een voetbalreis door heel Nederland, Schotland en Israël, is Jeroen Tesselaar (32) weer terug bij Spartanen. Toch voelt het niet als thuisko
men. ‘Zodra ik even in Wognum was probeerde ik altijd een wedstrijd te kijken van Spartanen, zo heb ik altijd contact gehouden met de jongens’, begint Tesselaar. ‘Afbouwen? Nee, zo mag je het absoluut niet noemen. Vanwege ons gezin en mijn werk in Amsterdam werd het teveel om zoveel naar Quick Boys te reizen. Financieel heeft het profvoetbal te lijden door de corona crisis, dat merken de lagere ploegen als eerst. Dan geef je elkaar een hand en kijk je verder’.
‘Quick Boys tegen Katwijk was wel een bijzondere wedstrijd natuurlijk’, memoreert Tesselaar, alvast terugkijkend op zijn profcarrière. Hij glundert als hij denkt aan de prachtige wedstrijden die hij heeft gespeeld, maar bij het West-Friese voetbal voelt hij logischerwijs minder. ‘De derby tegen SEW leeft altijd in Wognum, maar ik heb dat nooit mogen ervaren. Misschien in de jeugd, maar het heeft dan geen indruk gemaakt. We zullen wel hebben gewonnen’, lacht hij. ‘Tweemaal heb ik in een derby het laatste zetje mogen geven aan een ploeg. Die wedstrijden blijven mij altijd bij. Met Telstar schoten we Haarlem failliet en met Katamon Jerulasem duwden we Hapoel Jerusalem een divisie lager’.
Tesselaar verliet Spartanen 20 jaar geleden als centrale verdediger en komt voor dezelfde positie terug. Zijn toenmalige compagnon heeft na de jeugd nooit meer gevoetbald, maar herinnert het zich nog goed. ‘We waren een sterk team. Hij de kracht en ik de snelheid’, vertelt Trevor Janssen vanuit China. ‘Toentertijd waren we hecht en wonnen veel wedstrijden. Ik kan me herinneren dat zijn vader geen wedstrijd van hem miste. Jeroen was een koele rustige gozer, nooit ruzie, maar wel een echte vechter voor z’n team’.
Indien Tesselaar het Schotse vechtvoetbal naar Wognum brengt, is de kans groot dat zijn eigen ruiten als eerst sneuvelen. De geboren en getogen Wognumer woont op nog geen 100 meter van het Spartanen complex. Jordi Velzeboer kijkt uit naar het weerzien met zijn voormalig ploeggenoot. ‘Het was toen vreemder dat hij uit ons team ging, dan dat hij nu terugkomt’, knipoogt Velzeboer. ‘Hopelijk heeft hij nu wat meer rust aan de bal. Hij was snel, werkte keihard, maar was niet bijzonder aan de bal. Je ziet hoe ver hij is gekomen met die ‘over mijn lijk’ mentaliteit.’ Trainer Berkhout is in zijn nopjes met de komst van Tesselaar. ‘Jeroen brengt naast zijn kwaliteiten ook een hoop ervaring mee. Dit gaat onze selectie enorm helpen in de voetbalontwikkeling’. Heel Wognum kan aankomend seizoen eindelijk zijn naam scanderen, zoals de Schotten dat ooit deden: ‘Oeh Ah Tesselaar!’
© Bas Bijman